• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Rechtsgebieden
    • Arbeidsrecht
    • Familierecht
    • Erfrecht
    • Verbintenissenrecht
    • Huurrecht
    • Algemene rechtspraktijk
  • Mediation
    • Scheidingsmediation
    • Arbeidsmediation
  • Team
  • Blogs
  • Contact

WET advocaten

Header Rechts

Met recht er bij!

  • Home
  • Rechtsgebieden
    • Arbeidsrecht
    • Familierecht
    • Erfrecht
    • Verbintenissenrecht
    • Huurrecht
    • Algemene rechtspraktijk
  • Mediation
    • Scheidingsmediation
    • Arbeidsmediation
  • Team
  • Blogs
  • Contact

WET advocaten

7 februari 2023

Je hebt het als werkgever wel erg bont gemaakt als de kantonrechter je veroordeelt bovenop de transitievergoeding van € 9.342,96 bruto ook nog eens een billijke vergoeding van € 138.729,32 bruto aan een werknemer te betalen. Dit volgt uit een uitspraak van 11 oktober 2021 van de rechtbank Amsterdam. 

Wat is er gebeurd? 

Een werkneemster is sinds 1 september 2017 in dienst bij een Amerikaans bedrijf als manager boekhouding. Vanaf medio augustus 2019 heeft zij zich meerdere malen ziek gemeld. In maart 2020 heeft binnen de onderneming een reorganisatie plaatsgevonden, waarbij volgens werkgever ook de arbeidsplaats van werkneemster was komen te vervallen. Dat is haar in eerste instantie niet medegedeeld, omdat zij ziek was. 

In mei 2020 gaat werkneemster met zwangerschapsverlof. Tegen het einde van haar verlof geeft zij aan lichamelijke klachten te hebben als gevolg van de bevalling. Met haar leidinggevende spreekt zij over een re-integratieplan. Aansluitend aan het zwangerschapsverlof neemt werkneemster verlof op. Tegen het einde daarvan geeft werkneemster per e-mail bij aan haar leidinggevende aan dat zij zich voorbereidt op de start van haar re-integratie. 

In september 2020 dient werkgever een ontslagaanvraag bij UWV in. Kort daarop wordt werkneemster medegedeeld dat zij wordt ontslagen. Werkneemster is het daarmee niet eens en geeft aan dat zij ziek is. Werkgever verwijt werkneemster per e-mail dat zij de ziekte misbruikt om onder de ontslagaanvraag uit te komen. 

Wat daarop volgt is een jaar lang gedoe tussen partijen. De arbo-arts is van oordeel dat er sprake is van een arbeidsconflict, maar acht de werkneemster ziek. De arbo-arts adviseert mediation. Dit traject wordt ook in gang gezet. Werkneemster heeft de mediation sessies bijgewoond via een digitale verbinding. Dit wordt werkneemster op enig moment kwalijk genomen en zij ontvangt van werkgever een officiële waarschuwing. Nog tijdens de mediation vraagt werkgever weer een ontslagvergunning aan bij het UWV om die vervolgens later (op aanraden van UWV) weer in te trekken. 

Wat vordert werkneemster? 

Werkneemster dient zelf een verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter in. Daarbij vordert zij een billijke vergoeding van € 138.729,32 en de transitievergoeding van € 9.156,22. Volgens werkneemster heeft werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld. 

Wat vindt de kantonrechter? 

De verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen. De kantonrechter kent de billijke vergoeding volledig toe, en wel vanwege de volgende omstandigheden: 

  • Ondanks opzegverbod toch tweemaal een ontslagaanvraag indienen bij UWV; 
  • Onzorgvuldige en intimiderende e-mailberichten van werkgever aan werkneemster; 
  • Onvoldoende voortvarendheid bij het opstarten van mediation; 
  • Onterechte officiële waarschuwing; 
  • Onnodig verder laten escaleren. 

Noot 

De kantonrechter kan naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toekennen indien de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. 

Gezien de feiten van de zaak kan ik het oordeel van de kantonrechter wel volgen. Deze werkgever heeft onzorgvuldig gehandeld. Misschien was deze werkgever ervan overtuigd dat deze werkneemster niet ziek was of was er sprake van irritatie over het feit dat de werkneemster zich vanaf 2019 vaak heeft ziekgemeld en dit de bedrijfsvoering raakte. Dit neemt echter niet weg dat je je als werkgever altijd zorgvuldig moet opstellen naar een werknemer. Ik begeleid als advocaat regelmatig soortgelijk kwesties en geef mijn cliënten altijd mee: formuleer het altijd netjes en met respect, want doe je dat niet dan sta je er als werkgever niet zo mooi op. Bovendien moet je als werkgever de aanwijzingen van de arbo-arts opvolgen. Ben je het daarmee niet eens, dan vragen we een deskundigenoordeel aan bij UWV. 

De aaneenschakeling van ernstig verwijtbare handelingen van deze werkgever heeft er kennelijk toe geleid dat de kantonrechter de hoge billijke vergoeding toewees. Daarbij is uitgegaan van de aanname dat werkneemster twee jaar lang geen ander werk zal hebben. Ook is een bedrag van € 40.000,- aan immateriële schade toegekend. Misschien terecht, maar gezien de goede arbeidsmarkt kun je hier wel wat van vinden. Ik heb ook wel vraagtekens bij de wijze van berekening van de billijke vergoeding. Mogelijk volgt er nog een hoger beroep. Feit is dat het een kostbare les is voor deze werkgever. 

Dit bericht is opgesteld door advocaat Dieke Talsma van WET Advocaten & Mediators. Bel of mail mij gerust, [email protected]. Voor als je dit soort situaties wilt voorkomen! 

Geplaatst in: Arbeidsrecht

7 februari 2023

In de praktijk blijken de algemene voorwaarden, die inhoudelijk misschien nog wel zo mooi zijn opgesteld, helaas niet van toepassing. Waarom niet? Omdat u ze niet of niet op de juiste manier van toepassing heeft verklaard. In deze blog leest u er meer over. 

Om een beroep te kunnen doen op uw algemene voorwaarden moet u aan de volgende voorwaarden voldoen: 

  • U moet de algemene voorwaarden op de offerte of overeenkomst van toepassing verklaren. Dat kunt u doen door in de offerte of overeenkomst een zin op te nemen waarin staat dat op de offerte of overeenkomst uw algemene voorwaarden van toepassing zijn. 
  • Uw klant moet de kans krijgen om vóór of uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst kennis te nemen van uw algemene voorwaarden. De wet zegt dat u de algemene voorwaarden ‘ter hand stellen’ moet stellen. U kunt dat doen door de algemene voorwaarden met de offerte of de overeenkomst mee te sturen (eventueel per e-mail). Zet de algemene voorwaarden daarnaast ook altijd op uw website en neem in uw documenten goed de verwijzing op naar uw algemene voorwaarden. 
  • Uw klant moet uw algemene voorwaarden formeel accepteren. Net als bij het sluiten van een overeenkomst dient te sprake zijn van aanbod en aanvaarding. 

Wanneer u heeft voldaan aan bovenstaande punten dan mag u ervan uitgaan dat de algemene voorwaarden zijn geaccepteerd, tenzij de klant uw algemene voorwaarden nadrukkelijk van de hand heeft gewezen. 

Is aan bovenstaande punten niet voldaan? Dan kan het zijn dat uw algemene voorwaarden niet van toepassing zijn en u er geen beroep op kunt doen. Dat kan grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor uw aansprakelijkheid. 

Heeft u naar aanleiding van mijn blog vragen of heeft u hulp nodig bij het opstellen of nakijken van uw algemene voorwaarden, neem gerust contact op met Dieke Talsma.

Geplaatst in: Arbeidsrecht

7 februari 2023

Een concurrentiebeding wordt aan het begin van de arbeidsovereenkomst makkelijk aanvaard. De problemen ontstaan meestal pas bij uitdiensttreding. Uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 1 november 2021 blijkt dit maar weer eens.

Wat waren de feiten? 

Een werknemer is op 1 maart 2017 in dienst getreden bij autobedrijf Van Mossel. Met ingang van 1 oktober 2020 is de werknemer werkzaam als verkoopadviseur op de vestiging te Zaandam. Tussen werknemer en Van Mossel is toen een (nieuw) concurrentiebeding overeengekomen, waarin kort gezegd staat dat het de werknemer gedurende 12 maanden na einde van de arbeidsovereenkomst verboden is werkzaamheden te verrichten voor een concurrent binnen een straal van 50 kilometer vanaf de vestiging van werkgever waar werknemer werkzaam is. De werknemer heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd en wil met ingang van 1 november 2021 in dienst treden bij een ander autobedrijf, Ursem Barten, op de vestiging in Zwaag. Zwaag ligt binnen de straal van 50 kilometer.

Procedure 

De werknemer vraagt in kort geding aan de kantonrechter om het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding buiten werking te stellen, te beperken of te schorsen. Volgens de werknemer heeft Van Mossel geen zwaarwegend bedrijfsbelang bij het concurrentiebeding en zal zijn indiensttreding bij Ursem Barten de positie van Van Mossel niet schaden. Werknemer vindt dat hij wel een zwaarwegend belang heeft om bij Ursem Barten te gaan werken. Hij heeft daar doorgroeimogelijkheden, een salarisverhoging, een kortere werkweek en een kortere reistijd. Volgens werknemer is de regionale werking van het concurrentiebeding tot 50 kilometer rondom Zaandam onredelijk beperkend.

Van Mossel betwist de vordering. Van Mossel voert aan dat zij in een uiterst concurrerende markt opereert en dat zij onevenredig zou worden benadeeld als werknemer met zijn kennis over vertrouwelijke bedrijfsinformatie en specifieke informatie over klanten in dienst zou treden bij concurrent Ursem Barten in Zwaag. Volgens Van Mossel beschikt werknemer over uitgebreide kennis over de specifieke werkwijze van Van Mossel, de prijsberekeningen, de marges en de relaties, en is het concurrentiebeding noodzakelijk om te voorkomen dat werknemer die kennis en informatie gebruikt bij Ursem Barten.

Wat vindt de rechter? 

De kantonrechter wijst de vorderingen van de werknemer af. De kantonrechter weegt de belangen af. Volgens de kantonrechter heeft Van Mossel voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een bijzonder belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. Van Mossel heeft goed onderbouwd dat werknemer in zijn functie als verkoopadviseur op de hoogte is van veel vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Ook is toegelicht dat Van Mossel een zeer specifieke werkwijze heeft wat betreft het verzamelen en inzetten van data, waarop verkopers door Van Mossel gericht worden getraind en geïnformeerd. Van Mossel heeft erop gewezen dat deze werkwijze, de kennis en het specifieke gebruik daarvan, waarmee werknemer bekend is, in de markt cruciaal is, haar positie op die markt bepaalt en doorslaggevend is voor succes in die markt. Van Mossel heeft ook voldoende gemotiveerd dat de kennis die werknemer bij Van Mossel heeft opgedaan en het inzicht dat hij heeft verkregen, merkonafhankelijk is en ingezet kan worden bij concurrenten.

De door werknemer gestelde belangen wegen daartegenover niet zwaar genoeg. Werknemer heeft onvoldoende toegelicht en onderbouwd dat hij bij Ursem Barten meer doorgroeimogelijkheden heeft dan bij Van Mossel. De door werknemer gestelde salarisverhoging bij Ursem Barten is niet onderbouwd. Datzelfde geldt voor de gestelde kortere werkweek. Ook indien wordt uitgegaan van de door werknemer gestelde salarisverhoging en een vermindering van de werktijd, dan is dit niet een zodanig grote of wezenlijke positieverbetering dat dit een voldoende belang oplevert tegenover het belang van Van Mossel. Verder weegt de kantonrechter mee dat werknemer zelf heeft opgezegd en dat het concurrentiebeding hem niet verhindert om als autoverkoper – of in een andere functie – bij een ander autobedrijf te gaan werken.

Tips 

De uitspraak van de kantonrechter te Noord-Holland ligt in lijn met eerdere uitspraken. Een werknemer kan bij de kantonrechter verzoeken om gehele of gedeeltelijke vernietiging (of schorsing in kort geding) van het concurrentiebeding indien de werknemer onbillijk wordt benadeeld. Of sprake is van onbillijke benadeling, zal moeten volgen uit een belangenafweging.

Belangen van de werkgever kunnen zijn:

  • Vrees voor benadeling;
  • Mate van concurrentie, en;
  • Uitgevoerde investeringen in werknemer.

Belangen van de werknemer kunnen zijn:

  • Positieverbetering;
  • Gebondenheid aan branche, en;
  • Vrijheid van arbeidskeuze.

Het kan raadzaam zijn voor werkgever en werknemer om vóór de beëindiging van de arbeidsovereenkomst afspraken te maken over het concurrentiebeding. Deze afspraken kunnen vastgelegd worden in een vaststellingsovereenkomst. Partijen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vervalt of dat het wordt omgezet in een relatiebeding. De werkgever kan ook toestemming geven aan de werknemer om bij de concurrent in dienst te treden, maar onder bepaalde voorwaarden.

Dit nieuwsbericht is opgesteld door Dieke Talsma, advocaat arbeidsrecht bij WET Advocaten & Mediators in Drachten en Dronten. Zij krijgt regelmatig te maken met vragen over bijzondere bedingen zoals het concurrentie-en relatiebeding. Heeft u vragen over dit artikel of over bijzondere bedingen, neem gerust vrijblijvend contact op met haar via [email protected] of 0512-745079.

Geplaatst in: Arbeidsrecht

7 februari 2023

Sinds mei 2018 is de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Na de inwerkingtreding van de verordening moeten bedrijven de persoonsgegevens van hun consumenten en medewerkers op een beveiligde manier verwerken. Maar wat betekent dit eigenlijk?

De verwerking van algemene gegevens

Als een bedrijf persoonsgegevens van haar consumenten of medewerkers verwerkt, dan dient zij zich te houden aan een aantal regels. Dit houdt onder andere in dat er een wettelijke grondslag moet zijn voor de verwerking van de gegevens. Dit betekent dat bedrijven alleen gegevens mogen verwerken die noodzakelijk zijn om de gevraagde dienst te voltooien.

Naast de regels omtrent de verwerking van persoonsgegevens, moeten bedrijven ook goed nadenken welke medewerkers de persoonsgegevens mogen inzien. Zo moet toegang tot een onlinesysteem verlopen via een meerfactorauthenticatie.

Om te kijken of de persoonsgegevens op een zorgvuldige manier verwerkt worden, kunnen bedrijven gegevensbeschermingseffectbeoordelingen (PIA’S) uitvoeren. Hiermee krijgen bedrijven inzicht in de dataverwerking, wat de risico’s van de verwerking zijn en hoe zij de verwerking eventueel kunnen aanpassen.

De verwerking van bijzondere gegevens

Naast algemene persoonsgegevens kunnen bedrijven ook bijzondere persoonsgegevens verwerken. Hierbij dient gedacht te worden aan gegevens zoals gezondheid, ras en politieke voorkeur van medewerkers. Deze gegevens mogen uitsluitend verwerkt worden als daar een wettelijke grondslag voor is. Zo mogen bedrijven onder andere bij zieke medewerkers niet de namen van de ziektes, specificaties van de ziektes of pijnaanduidingen noteren. Wel bestaan hier uitzonderingen op. Bedrijven mogen bijzondere persoonsgegevens onder meer verwerken als aan het bedrijf toestemming is gegeven voor de verwerking, de gegevens noodzakelijk zijn om specifieke rechten uit te voeren of wanneer een medewerker een aandoening of ziekte heeft die acuut handelen kan vragen.

Boetes

In de afgelopen drie jaren heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) verschillende boetes uitgedeeld aan bedrijven. Zo heeft de AP in 2021 een bedrijf een boete van € 15.000 opgelegd, omdat de werkgever de redenen van ziekteverzuim van haar medewerkers bijhield. Hierbij verwerkte zij bijzondere persoonsgegevens die niet noodzakelijk waren om specifieke rechten uit te voeren. Het goed op orde hebben van de verwerking van de persoonsgegevens in uw bedrijf is daarom een must.

Tips & tricks

Hoe voorkom je een AVG-boete? De eerste stap hierbij is in kaart brengen hoe uw bedrijf persoonsgegevens van zowel consumenten als medewerkers verwerkt. Daarnaast kunt u onderstaande stappen volgen om de gegevensverwerking op orde te krijgen.

Stap 1: Maak een privacyreglement

Als ondernemer heeft u een informatieplicht aan consumenten en medewerkers. Dit betekent dat u moet aangeven welke persoonsgegevens u verwerkt, hoe lang u deze gegevens verwerkt en voor welke doeleinden u deze gegevens verwerkt. Met een privacyverklaring op uw website en het toevoegen van de privacyverklaring bij het ondertekenen van arbeidsovereenkomsten kunt u voldoen aan uw informatieplicht.

Stap 2: maak een datalekregister

Datalekken moeten binnen 72 uur gemeld worden aan de AP. Het is van belang om een overzichtelijk schema te maken waarin u kunt noteren wat voor datalek het is, wat voor invloed dit heeft op de gegevens van uw consument en of medewerkers, op welke afdeling de datalek heeft plaatsgevonden en welke maatregelen u neemt om de datalek te verhelpen. Ook dient u hierbij uw medewerkers goed te instrueren wat een datalek is en waar zij het kunnen melden.

Stap 3: maak een verwerkingsregister

Hierin kunt u overzichtelijk bijhouden welke persoonsgegevens u verwerkt en op welke manier. Zo kunt u hier onder meer in verwerken hoe lang u de gegevens bewaart en hoe u deze gegevens beveiligt.

Stap 4: gebruik toegangscodes

Zoals eerder vermeld, moet toegang tot een onlinesysteem verlopen via een meerfactorauthenticatie. Maar dat is niet het enige. Zo moeten computers die gebruikt worden door medewerkers beveiligd zijn met wachtwoorden en dient toegang tot klantgegevens beveiligd te zijn.

Stap 5: Voorkom datadiefstal

Door de mobiele werkplek te voorzien van versleuteling blijft de bedrijfsdata veilig bij diefstal van uw laptop.

Stap 7. Beheer uw ICT-Vloot

Bedrijfsdata mag alleen benaderd worden door bedrijfseigendommen. Zorg er daarom voor dat deze apparatuur adequaat ‘up-to-date’ blijven. Met een Bring Your Own Device (BYOD) beleid kunt u afspraken maken uw medewerkers.

Stap 8: geef voorlichting

De belangrijkste stap is dat u en uw medewerkers privacy bewust zijn. Instrueer daarom uw medewerkers zo goed mogelijk over de AVG en de gevolgen van het niet naleven. Dit kan gedaan worden door jaarlijks een cursus te geven over de verwerking van persoonsgegevens en steekproeven uit te voeren op de verwerking van persoonsgegevens.

Heeft u vragen over de verwerking van persoonsgegevens, of heeft u hulp nodig om uw bedrijf nog meer AVG proof te maken? Neem dan gerust contact met ons op.

Geplaatst in: Algemeen

7 februari 2023

Wat waren de omstandigheden? 

Een werknemer, 22 jaar in dienst van een chemiebedrijf, verschijnt op 15 maart van dit jaar op het werk met hoestklachten. Meerdere collega’s adviseren hem die dag om naar huis te gaan. Volgens de werknemer komt het hoesten waarschijnlijk door zijn bronchitis en/of suikerziekte. Werknemer gaat die dag niet naar huis. Op 16 maart heeft werknemer zich alsnog ziek gemeld. Op 18 maart heeft werknemer aan werkgever laten weten dat hij positief is getest op corona.

De werkgever verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen, dan wel een verstoorde arbeidsverhouding. De werkgever vraagt aan de kantonrechter om te bepalen dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten, zodat geen rekening hoeft te worden gehouden met een opzegtermijn en de werknemer ook geen recht heeft op een vergoeding. De werknemer voert verweer.

Wat vond de rechter? 

Naar het oordeel van de kantonrechter te Rotterdam heeft werknemer verwijtbaar gehandeld door met verkoudheidsklachten op het werk te verschijnen en, ondanks dat hij door meerdere collega’s hierop is aangesproken, niet naar huis is gegaan. De werkgever hanteert interne coronagedragsregels, waaruit volgt dat je thuis moet blijven bij klachten. De werknemer wordt geacht de inhoud van die regels te kennen. De kantonrechter vindt het verwijtbare handelen echter onvoldoende voor de conclusie dat de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren. De werknemer heeft zich later alsnog ziekgemeld en de interne gedragsregels gevolgd.

Volgens de kantonrechter is er wel sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Met zijn gedrag heeft de werknemer volgens de kantonrechter het vertrouwen van zijn collega’s beschaamd. De werknemer houdt in de procedure vol dat de verklaringen van zijn collega’s niet geloofwaardig zijn. In feite zegt de werknemer daarmee dat zijn collega’s liegen en daarmee heeft de werknemer de vertrouwensbreuk vergroot.

Volgens de kantonrechter is er geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten, omdat de lat hiervoor hoog ligt. De kantonrechter houdt dus wel rekening met de opzegtermijn en kent de werknemer de wettelijke transitievergoeding toe.

Noot 

Naar mijn idee is dit een interessante, maar uiteindelijk begrijpelijke uitspraak van de kantonrechter Rotterdam. De werknemer had er verstandiger aan gedaan als hij had erkend dat hij op de bewuste dag in maart achteraf beter direct naar huis had kunnen gaan en naar zijn collega’s had moeten luisteren. Ook is belangrijk geweest dat binnen het bedrijf van werkgever een duidelijke interne richtlijn bestond en werknemer zich daar (in eerste instantie) niet aan heeft gehouden. Het oordeel van de kantonrechter was waarschijnlijk anders geweest indien de werkgever intern geen duidelijke regels had gehanteerd of indien werkgever die regels niet strikt had gehanteerd. Wie weet was de uitkomst ook wel anders geweest als deze werknemer wat meer berouw had getoond. Kort en goed, collegialiteit en arbeidsethos kunnen hand in hand gaan, maar elkaar onder omstandigheden ook bijten.

Dit nieuwsbericht is opgesteld door mr. Dieke Talsma. Mocht u naar aanleiding van dit bericht vragen hebben dan kunt u contact met haar opnemen via [email protected] of 0321-315554.

Geplaatst in: Arbeidsrecht

7 februari 2023

Binnen ons kantoor is er ruime en gespecialiseerde ervaring op het gebied van personen- en familierecht; twee van onze advocaten zijn tevens geregistreerd scheidingsmediator. Op dit gebied merken wij dat er bij mensen veel onduidelijkheid bestaat over de verschillende wettelijke vormen van ouderschap. Ook bestaat er veel onwetendheid over het verschil tussen erkenning en gezag. En ten aanzien van dat laatste onderwerp zijn er recent in de wetgeving veranderingen ingezet. 

Huidige situatie 

In de huidige situatie krijgt een ouder of partner die niet getrouwd is (of een geregistreerd partnerschap heeft) met de moeder en die een kind erkent, niet automatisch het gezag. Ouders moeten dit apart bij de rechtbank door middel van een formulier aanvragen. Dit in tegenstelling tot ouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Die hoeven zowel de erkenning als het gezamenlijk gezag niet apart te regelen en krijgen dit automatisch. 

Eind 2020 heeft de Tweede kamer een wetsvoorstel aangenomen waardoor ook de ongehuwde en niet-geregistreerde partners gezamenlijk het gezag krijgen bij de erkenning van hun kind. Voor het zover is moet het wetsvoorstel eerst nog wel door de Eerste Kamer worden aangenomen. Pas dan zal het in de wet worden opgenomen. 

Wat verandert er? 

Als het wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen en wet wordt, zullen ouders die de erkenning voor de geboorte hebben geregeld, direct vanaf de geboorte gezamenlijk gezag hebben over het kind. Als de erkenning na de geboorte wordt geregeld, geldt dit vanaf de erkenning. 

Verschil erkenning en gezag 

In de praktijk merken wij dat er veel onduidelijkheid bestaat over het verschil tussen erkenning en gezag. Wat is nu eigenlijk het verschil? 

Door erkenning ontstaat er een juridische band (een zogenaamde familierechtelijke betrekking) tussen de erkenner en het kind. De erkenner wordt juridisch ouder. Hierdoor worden ouder en kind elkaars erfgenamen. 

Gezag gaat over de juridische verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over de opvoeding en verzorging van een kind, gedurende de minderjarigheid. Als je gezag hebt mag je meebeslissen over zaken als woonplaats, schoolkeuzes, medische behandelingen, hulpverlening enz.. Je bent de wettelijk vertegenwoordiger van je kind. 

Als ouders samen het gezag hebben mag je dus niet zomaar verhuizen met een kind, daarvoor is toestemming van de andere ouder nodig. Dat geldt ook voor vakanties. Deze toestemming is niet nodig als een ouder alleen het gezag heeft. 

Uitzondering 

De nieuwe hoofdregel van gezamenlijk gezag bij erkenning geldt niet in de gevallen waarin de ouders niet samen tot erkenning zijn overgegaan, maar als deze tot stand is gekomen met vervangende toestemming tot erkenning van de rechtbank. Met andere woorden, als er geen overeenstemming was over de erkenning maar daarover geprocedeerd moest worden. In dat geval ontstaat er niet van rechtswege gezamenlijk gezag en heeft de moeder alleen het gezag. Het gezag zal dan nog steeds apart verzocht moeten worden. 

Voor wie geldt dit? 

Deze wet gaat alleen gelden voor de zogenaamde nieuwe gevallen. Dus voor ouders die de erkenning hebben geregeld na de inwerkingtreding van deze wet. 

Geplaatst in: Familierecht

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Ga naar Volgende pagina »

Vestigingen

 

WET Advocaten & Mediators heeft
vestigingen in:
Dronten
Urk
Drachten
Lemmer
(bezoeklocatie)

Ga naar

 

Rechtsgebieden
Mediation
Team
Blogs
Contact

Social media

 

Volg ons ook op social media:

Contact

 

[email protected]

 

Telefoon:

 

0321 - 31 55 54 (Locatie Dronten)
0527 - 68 45 01 (Locatie Urk)
0512 - 74 50 79 (Locatie Drachten)
0514 - 74 50 30 (Locatie Lemmer)

Privacybeleid | Algemene voorwaarden | Klachtenregeling | Derdengeldrekening | Kostenmaatschap | Tarieven &  Toevoegingen

Dit is een Popup

Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.oké