• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Rechtsgebieden
    • Arbeidsrecht
    • Familierecht
    • Erfrecht
    • Verbintenissenrecht
    • Huurrecht
    • Algemene rechtspraktijk
  • Mediation
    • Scheidingsmediation
    • Arbeidsmediation
  • Team
  • Blogs
  • Contact

WET advocaten

Header Rechts

Met recht er bij!

  • Home
  • Rechtsgebieden
    • Arbeidsrecht
    • Familierecht
    • Erfrecht
    • Verbintenissenrecht
    • Huurrecht
    • Algemene rechtspraktijk
  • Mediation
    • Scheidingsmediation
    • Arbeidsmediation
  • Team
  • Blogs
  • Contact

WET advocaten

7 februari 2023

De bepalingen

Tijdens het maken van de algemene voorwaarden is het belangrijk dat u bekijkt of uw bepalingen niet onredelijk bezwarend zijn. De wet geeft aan welke bepalingen meestal onredelijk bezwarend zijn. Een voorbeeld van een onredelijke bepaling is dat een klant geen nakoming van de toegezegde prestatie kan eisen. Indien u bepalingen hebt opgenomen die onredelijk bezwarend zijn, dan kan uw klant deze bepalingen nietig verklaren.

De onjuiste terhandstelling

Bij de algemene voorwaarden is het belangrijk dat de klant de voorwaarden kan inzien voordat zij akkoord gaan met de overeenkomst. Hierbij moet u de klant de mogelijkheid geven om ze te lezen en deze mogelijkheid moet ook aantoonbaar zijn. Een veel gemaakte fout hierbij is dat men alleen aangeeft dat er algemene voorwaarden zijn. De voorwaarden worden bijvoorbeeld niet geplaatst op de website of meegestuurd bij de opdrachtbevestiging. Indien de algemene voorwaarden onjuist worden aangeboden aan de klant, kunnen de algemene voorwaarden vernietigd worden door de klant.

Taal

De algemene voorwaarden gelden voor alle klanten die gebruik maken van uw dienst of product. Hierdoor is het verstandig om begrijpelijke taakgebruik te gebruiken in uw voorwaarden. De fout wordt snel gemaakt dat men jargon of onduidelijk taalgebruik hanteert. Dit kunt u oplossen door bijvoorbeeld een definitielijst in uw algemene voorwaarden op te nemen waar u het jargon van uw sector kunt uitleggen. Ook kunt u gebruik maken van het taalniveau dat de meeste Nederlanders lezen en schrijven. Door makkelijk en begrijpelijk taalgebruik te gebruiken, heeft u minder kans op geschillen, want de klant weet sneller waarmee hij akkoord gaat.

Twee algemene voorwaarden

Heeft u als bedrijf een zakelijke klant die ook zijn algemene voorwaarden van toepassing wil verklaren op de overeenkomst? Dan kunt u zich afvragen welke algemene voorwaarden nu daadwerkelijk gelden. De wet geeft hierbij aan dat als beide partijen verwijzen naar andere algemene voorwaarden, dat aan de tweede voorwaarden geen werking toekomt. In zo’n situatie kunt u bijvoorbeeld in uw contract opnemen dat aan de voorwaarden van uw klant geen werking toekomt. Daarnaast kunt u de klant schriftelijk laat ondertekenen dat alleen uw algemene voorwaarden werking hebben.

Wilt u dat uw algemene voorwaarden gemaakt of gecontroleerd wordt door een professional? Neem dan contact met Dieke Talsma op.

Geplaatst in: Arbeidsrecht

6 februari 2023

De term wordt vaak gebruikt: vechtscheiding. Een ieder weet dat het bijzonder vervelend en langdurig is, en vooral kwalijk voor betrokken kinderen. Desondanks blijkt in de praktijk dat, alle goede bedoelingen en voornemens ten spijt, in veel gevallen toch een eindeloos gevecht ontstaat.

Het is de vraag hoe een vechtscheiding ontstaat. Nog belangrijker is de vraag hoe een vechtscheiding voorkomen kan worden. De afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest die mede ten doel hadden om langdurige procedures te voorkomen. Zo wordt al lange tijd bij echtscheidingsprocedures een flyer over mediation verstrekt. In voorlopige voorzieningen worden proeven gehouden met ouderschapsbemiddeling ter zitting en bij de gerechtshoven worden comparities bepaald die bedoeld zijn om te zien of partijen er alsnog door middel van onderling overleg uit kunnen komen. Daarnaast zijn er diverse ouderschapsbemiddelingstrajecten zoals Ouderschap Blijft.

Helaas is de vechtscheiding nog immer aan de orde van de dag. Het nadelige gevolg voor zowel partijen zelf, maar meer in het bijzonder voor de kinderen en ook de maatschappelijke verontwaardiging hierover, hebben er toe geleid dat vanuit de Tweede Kamer een initiatief is genomen om het aantal vechtscheidingen te verminderen.

Divorce Challenge

Onder de noemer Divorce Challenge is een mogelijkheid geboden aan een ieder (dus niet alleen ouders of procespartijen, maar ook hulpverleningsinstanties, scholen, artsen) om met ideeën te komen om het probleem van de vechtscheiding te voorkomen.

Uit het hele land en vanuit verschillende achtergronden, beroepsgroepen en leeftijdscategorieën zijn ideeën en voorstellen gekomen. Inmiddels is een selectie gemaakt en heeft een expertpanel de volgende 5 ideeën geselecteerd :

- Het instellen van een digitaal platform voor stellen die twijfelen aan de beslissing om te scheiden. Het doel is het verschaffen van inzicht en overzicht zodat weloverwogen keuzes gemaakt kunnen worden.

- Het ontwikkelen van een protocol, visie en beleid voor scholen (op basis van vrijwilligheid) op het terrein van scheidingen met als doel: begeleiding en advisering van kinderen en ouders.

- Het op elkaar afstemmen van de behandeling bij de rechtbank, het verlenen van hulpverlening en de betrokkenheid van de Raad voor de kinderbescherming om te voorkomen dat kinderen de dupe worden van het langdurige scheidingsproces van hun ouders.

- Het verder brengen van het al bestaande kindgerichte behandelprogramma ‘Kinderen uit de knel’.

- Een nieuwe inrichting van het stelsel op basis van vier doelen, waaronder afspraken maken bij de geboorte van een kind, toegankelijkheid tot juristen zonder juridische strijd en een online ondersteuning.

NOvA

De Nederlandse Orde van Advocaten stelt de belangen van de kinderen centraal en geeft om die reden aan dat de kinderen zelf ook professionele begeleiding moeten krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door een advocaat. Volgens de NOvA beschikken de (gespecialiseerde) familierechtadvocaten over kennis en expertise en hebben zij oog voor de belangen van het kind. De visie van een kind zou vertaald kunnen worden in een kindplan dat de advocaat met het kind opstelt en dat aan de rechter wordt voorgelegd.

Daarnaast zal er (meer) samenwerking moeten komen tussen de verschillende partijen en hulpverleners.

Noot

Vanzelfsprekend zit niemand te wachten op een vechtscheiding. Helaas wordt vaak gesteld dat advocaten hierin een grote rol spelen door mee te gaan in alle wensen van hun cliënten en door te gaan met procederen. Wat echter uit het oog verloren wordt door de mensen die dat stellen, is dat advocaten zich aan de Gedragregels hebben te houden. Deze schrijven voor dat er steeds gepoogd moet worden om tot een oplossing te komen, bij voorkeur zonder te procederen. Het is daarom ook de taak van advocaten om niet uitsluitend naar de belangen van hun cliënt te kijken, maar zeker ook de belangen van de betrokken kinderen in acht te nemen.

De advocaten die welbewust kiezen voor een familierechtpraktijk nemen hun taak serieus en zullen te allen tijde het belang van de kinderen in het vizier hebben. Dat betekent dat de advocaat soms gehouden is de eigen cliënt een spiegel voor te houden en af en toe advocaat van de duivel te spelen. Een advocaat moet schaken: met alle speelstukken rekening houden, vooruit denken en een lange termijn visie hebben. Een soms lastige maar immer nobele taak.

Geplaatst in: Familierecht

6 februari 2023

Per 1 januari 2016 geldt de wet “Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd”. De wijzigingen hebben betrekking op onder andere de loondoorbetaling bij ziekte, opzegtermijn, transitievergoeding en op de toestemming van UWV om de arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde werknemer te kunnen beëindigen.

Loondoorbetaling 

Indien een AOW-gerechtigde werknemer niet kan werken in verband met ziekte, moet de werkgever zes weken loon doorbetalen. De werkgever dient bij ontslag slechts aannemelijk te maken dat binnen zes weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm zal worden verricht.

LET OP: een overgangsrechtelijke bepaling regelt dat de loon in beginsel dertien weken moet worden doorbetaald. Voordat de zes weken loondoorbetaling wordt gehanteerd, moet de nieuwe wet eerst zijn geëvalueerd. Die evaluatie zal naar vermoeden pas na twee jaar plaatsvinden.

Toestemming UWV 

Ten opzichte van de eerdere wetgeving is er geen toestemming van het UWV nodig voor het kunnen opzeggen van de arbeidsovereenkomst van de AOW-gerechtigde werknemer. Overigens is voor de opzegging ook geen redelijke grond, geen instemming van de werknemer of gang naar de kantonrechter nodig.

Opzegtermijn 

De opzegtermijn voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst met een AOW-gerechtigde werknemer wordt beperkt tot één maand in plaats van één tot vier maanden, afhankelijk van de lengte van het dienstverband. De werkgever kan dus de arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde werknemer met inachtneming van één maand opzegtermijn opzeggen, zonder tussenkomst van UWV,

Transitievergoeding 

Ondanks de vele wetswijzigingen is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd bij ontslag aan een AOW-gerechtigde werknemer, ongeacht wanneer de arbeidsovereenkomst werd aangegaan en ongeacht de ontslagreden.

Geplaatst in: Arbeidsrecht

6 februari 2023

Wanneer ouders uit elkaar gaan en samen minderjarige kinderen hebben, dan zijn zij verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Hierin worden afspraken gemaakt over onder andere over de opvoeding, verzorging en omgangsregeling. Onder de omgangsregeling valt tevens de omgang gedurende de vakanties. Er worden dan afspraken gemaakt over de verdeling van de voorjaarsvakantie, herfstvakantie, kerstvakantie en zomervakantie.

Geen afspraken 
Indien er geen afspraken zijn gemaakt in de omgangsregeling over de vakantie, dan loopt de overeengekomen omgangsregeling door tijdens de vakanties.

Buitenland 
Besluit je om met je minderjarige kind naar het buitenland te gaan, dan zal je van de gezaghebbende ouder toestemming moeten krijgen voor het aanvragen van een paspoort of een identiteitsbewijs. Zonder een geldig reisdocument is het niet mogelijk om naar het buitenland te gaan.

Daarnaast is het verstandig om schriftelijke toestemming te krijgen van de andere ouder dat hij of zij akkoord gaat met de vakantie in het buitenland. Wanneer de douane bij het uitreizen een controle uitvoert, kan de vader of moeder daarmee aantonen dat de thuisblijvende ouder toestemming heeft gegeven voor de reis en kan er geen verdenking ontstaan van kinderontvoering.

U kunt het formulier hier downloaden.

Andere documenten 
Naast een ingevulde formulier waarmee de andere ouder toestemming geeft dat hij of zij akkoord gaat met de vakantie in het buitenland, zijn er nog een aantal documenten welke handig kunnen zijn om mee te nemen in het geval u wilt uitreizen met een minderjarig kind.

  • Recent uittreksel gezagsregister (indien van toepassing);
  • Recent uittreksel BRP;
  • Geboorteakte;
  • Kopie van paspoort van toestemminggevende ouder;
  • Eventueel uitspraak met betrekking tot gezag en omgang;
  • Eventueel het ouderschapsplan;
  • Eventueel een kopie van het retourticket van het kind.

Conclusie 
Wil je met je kind op vakantie, dan heb je dus toestemming nodig van je ex-partner. Daarnaast is het verstandig om afspraken te maken over de duur van de vakantie met de andere gezaghebbende ouder.

Mocht u hulp nodig/vragen hebben over bovenstaande, of heeft u omtrent bovenstaande problemen met uw ex-partner, dan kunt u contact opnemen met één van onze vFAS advocaten via [email protected] of 0321-315554

Geplaatst in: Familierecht

6 februari 2023

Wat was de situatie?

Een mevrouw (de saniet) was toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). In deze situatie had de rechter na ruim een jaar de schuldsaneringsregeling beëindigd. Volgens de rechter had mevrouw de bewindvoerder nauwelijks geïnformeerd en had zij onvoldoende gesolliciteerd. De rechter vond ook dat ze nieuwe bovenmatige schulden had laten ontstaan. Het gevolg was een beëindiging van de schuldsanering, zonder toekenning van een schone lei.

Mevrouw was het niet met de rechter eens en stelde hoger beroep in. Ze vond dat ze de bewindvoerder wel naar behoren heeft geïnformeerd.

Mevrouw gaf aan dat zij in de Ziektewet zat tot december 2013 en daarom niet solliciteerde. Volgens mevrouw kon zij als gevolg van diverse omstandigheden (fysieke beperkingen, geen opleiding, geen rijbewijs, geen goed openbaar vervoer en de zorg voor een zes jaar oud dochtertje) slechts solliciteren op weinig functies. Voor de vorm solliciteren heeft geen zin, vond mevrouw. Mevrouw vond dat haar dus niet kon worden verweten dat ze niet aan haar sollicitatieplicht heeft voldaan.

De bewindvoerder stelde zich op het standpunt dat mevrouw de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling veel te licht opnam, terwijl haar die goed en meerdere keren waren uitgelegd. Mevrouw liet haar thuisbelangen prevaleren boven de belangen van de schuldeisers. De bewindvoerder vond dan ook dat de beëindiging van de schuldsanering zonder schone lei gehandhaafd moest blijven.

Wat vindt de rechter (het hof) in hoger beroep?

Tijdens de mondelinge behandeling (oktober 2014) bij de rechter erkende mevrouw dat ze de (spontane) informatieplicht en sollicitatieplicht niet goed was nagekomen. Nadien beterde ze haar leven niet.  Dat wordt haar zwaar aangerekend.  Het hof constateert dat door het gebrek aan informatie de bewindvoerder niet kon beoordelen of mevrouw heeft voldaan aan de sollicitatieplicht. Het hof gaat uitgebreid in op de sollicitatieverplichting nadat de ziektewetperiode was beëindigd. Het hof maakt korte metten met het standpunt van mevrouw. De sollicitatieplicht is onverkort van kracht. Als mevrouw vindt dat er sprake was van fysieke beperkingen dan had het op haar weg gelegen om zich arbeidstechnisch te laten keuren, het keuringsrapport aan de bewindvoerder te sturen opdat deze aan de rechter-commissaris een gedeeltelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht had kunnen vragen. Dat mevrouw in plaats daarvan zelf heeft besloten, dus zonder overleg met bewindvoerder en zonder toestemming van de rechter-commissaris, minder te solliciteren  wordt haar zwaar aangerekend.

Er komt nog bij dat mevrouw een nieuwe en bovendien bovenmatige schuld heeft laten ontstaan. Dat is binnen de schuldsaneringsregeling niet toegestaan. Dan komt voor de derde keer de term  ‘zwaar aangerekend’ naar voren als het hof opmerkt “dat deze nieuwe schuld klaarblijkelijk geen aanleiding is geweest om haar sollicitatieactiviteiten te gaan intensiveren”.

Alle tekortkomingen worden mevrouw verweten. Het gaat bovendien om meerdere tekortkomingen. Het hof vindt zelfs geen reden meer aanwezig om mevrouw alsnog de kans te geven een nader onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid te doen, zoals -nota bene-  nog door de bewindvoerder is geadviseerd.

Het hof beslist dat het vonnis van de rechtbank in stand blijft: een beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei.

Noot

Op iemand met veel en/of “problematische” schulden kan de wettelijke schuldsaneringsregeling door de rechter van toepassing worden verklaard. Het betekent dat er gedurende een periode van drie jaar zoveel mogelijk moet worden gespaard op een zogenaamde boedelrekening. Een bewindvoerder controleert of de saniet zich houdt aan de verplichtingen van de wet. Wat zijn dan die verplichtingen? De saniet mag geen nieuwe schulden maken. De saniet moet zijn best doen om zijn baan te behouden. Als hij geen werk heeft moet hij verplicht solliciteren. Ook moet de saniet de bewindvoerder informeren over wijzigingen in zijn situatie. Als het goed gaat, kunnen na afloop van de drie jaar de schuldeisers (gedeeltelijk) worden terugbetaald en ontvangt de saniet een zogenaamde “schone lei” . De schuldeisers  kunnen de schuld dan niet meer opeisen.

De uitspraak maakt duidelijk dat niet lichtvaardig moet worden gedacht over de verplichtingen die de wet verbindt aan deelname aan de wettelijke schuldsaneringsregeling. Ook de sollicitatieplicht moet goed worden nagekomen.

De schone lei krijg je niet vanzelf!

Gerechtshof Den Bosch, 1 oktober 2015

Geplaatst in: Algemeen

6 februari 2023

Haagse bluf?

Inmiddels zijn de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen wat uitgekristalliseerd in de jurisprudentie en is gebleken dat er verschillend wordt gedacht over de wijze waarop met de gevolgen omgegaan moet worden. 

Volgens de richtlijnen dient het kindgebonden budget (inclusief de alleenstaande ouderkop) in mindering te worden gebracht op de kosten van de kinderen volgens Nibud. Dat kan meebrengen dat het kgb hoger is dan de kosten volgens de Nibudtabel, waardoor er dus feitelijk geen alimentatie meer betaald hoeft te worden. 

Voor de rechtbank Den Haag is dit evenwel een brug te ver. In een uitspraak van 12 februari 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:1456) heeft de rechtbank Den Haag overwogen dat de gedachte achter de Wet hervorming kindregelingen is dat het hogere kgb ten goede komt aan de verzorgende ouder. Wanneer als gevolg van het kgb helemaal geen alimentatie meer betaald hoeft te worden, gaat de verzorgende ouder er dus niet op vooruit, (want er wordt minder alimentatie ontvangen) terwijl de niet verzorgende ouder wel draagkracht heeft. 

De rechtbank Den Haag heeft om deze reden bewust besloten dat de richtlijnen niet zullen worden opgevolgd en dat het kgb niet (volledig) in mindering wordt gebracht op de kosten. Omdat andere rechtbanken wel strikt vast houden aan de richtlijnen, is er tussen de rechtbanken onderling verschil van aanpak. Dat betekent dat het voor de uitkomst van een procedure dus kan uitmaken bij welke rechtbank de procedure aanhangig is gemaakt, hetgeen ten minste de schijn van willekeur heeft. 

Nadat er verschillende uitspraken zijn geweest die in het geheel niet voor een eenduidige lijn hebben gezorgd, is in een rechtbankoverleg besloten dat overal de richtlijnen worden gevolgd. Met andere woorden: ook al zou de te betalen alimentatie vanwege het hogere kgb nihil zijn, dan moet dit toch de uitkomst van de procedure zijn. 

In een zaak bij het Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:1288) is de discussie over het wel of niet buiten beschouwing laten van het hogere kgb in alle hevigheid naar voren gekomen. Het Hof constateert dat de meningen volop verdeeld zijn, zowel binnen de rechtspraak als in de literatuur. Ook de uitlatingen in politiek Den Haag geven onvoldoende concrete handvatten om de discussie te beslechten. Het Hof Den Haag heeft om die reden op 3 juni 2015, wijselijk, besloten om vragen voor te leggen aan de Hoge Raad. De Hoge Raad zal zich, kort gezegd, moeten uitlaten over de vraag of het volledige kgb nu wel of niet in mindering strekt op de kosten van de kinderen. 

Een antwoord van de Hoge Raad zal nog wel even op zich laten wachten. Ondertussen hebben we in ieder geval deze duidelijkheid: voorlopig moeten we vasthouden aan de richtlijnen. 

Geplaatst in: Familierecht

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Ga naar Volgende pagina »

Vestigingen

 

WET Advocaten & Mediators heeft
vestigingen in:
Dronten
Urk
Drachten
Lemmer
(bezoeklocatie)

Ga naar

 

Rechtsgebieden
Mediation
Team
Blogs
Contact

Social media

 

Volg ons ook op social media:

Contact

 

[email protected]

 

Telefoon:

 

0321 - 31 55 54 (Locatie Dronten)
0527 - 68 45 01 (Locatie Urk)
0512 - 74 50 79 (Locatie Drachten)
0514 - 74 50 30 (Locatie Lemmer)

Privacybeleid | Algemene voorwaarden | Klachtenregeling | Derdengeldrekening | Kostenmaatschap | Tarieven &  Toevoegingen

Dit is een Popup

Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.oké