Wat was de situatie?
Een mevrouw (de saniet) was toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). In deze situatie had de rechter na ruim een jaar de schuldsaneringsregeling beëindigd. Volgens de rechter had mevrouw de bewindvoerder nauwelijks geïnformeerd en had zij onvoldoende gesolliciteerd. De rechter vond ook dat ze nieuwe bovenmatige schulden had laten ontstaan. Het gevolg was een beëindiging van de schuldsanering, zonder toekenning van een schone lei.
Mevrouw was het niet met de rechter eens en stelde hoger beroep in. Ze vond dat ze de bewindvoerder wel naar behoren heeft geïnformeerd.
Mevrouw gaf aan dat zij in de Ziektewet zat tot december 2013 en daarom niet solliciteerde. Volgens mevrouw kon zij als gevolg van diverse omstandigheden (fysieke beperkingen, geen opleiding, geen rijbewijs, geen goed openbaar vervoer en de zorg voor een zes jaar oud dochtertje) slechts solliciteren op weinig functies. Voor de vorm solliciteren heeft geen zin, vond mevrouw. Mevrouw vond dat haar dus niet kon worden verweten dat ze niet aan haar sollicitatieplicht heeft voldaan.
De bewindvoerder stelde zich op het standpunt dat mevrouw de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling veel te licht opnam, terwijl haar die goed en meerdere keren waren uitgelegd. Mevrouw liet haar thuisbelangen prevaleren boven de belangen van de schuldeisers. De bewindvoerder vond dan ook dat de beëindiging van de schuldsanering zonder schone lei gehandhaafd moest blijven.
Wat vindt de rechter (het hof) in hoger beroep?
Tijdens de mondelinge behandeling (oktober 2014) bij de rechter erkende mevrouw dat ze de (spontane) informatieplicht en sollicitatieplicht niet goed was nagekomen. Nadien beterde ze haar leven niet. Dat wordt haar zwaar aangerekend. Het hof constateert dat door het gebrek aan informatie de bewindvoerder niet kon beoordelen of mevrouw heeft voldaan aan de sollicitatieplicht. Het hof gaat uitgebreid in op de sollicitatieverplichting nadat de ziektewetperiode was beëindigd. Het hof maakt korte metten met het standpunt van mevrouw. De sollicitatieplicht is onverkort van kracht. Als mevrouw vindt dat er sprake was van fysieke beperkingen dan had het op haar weg gelegen om zich arbeidstechnisch te laten keuren, het keuringsrapport aan de bewindvoerder te sturen opdat deze aan de rechter-commissaris een gedeeltelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht had kunnen vragen. Dat mevrouw in plaats daarvan zelf heeft besloten, dus zonder overleg met bewindvoerder en zonder toestemming van de rechter-commissaris, minder te solliciteren wordt haar zwaar aangerekend.
Er komt nog bij dat mevrouw een nieuwe en bovendien bovenmatige schuld heeft laten ontstaan. Dat is binnen de schuldsaneringsregeling niet toegestaan. Dan komt voor de derde keer de term ‘zwaar aangerekend’ naar voren als het hof opmerkt “dat deze nieuwe schuld klaarblijkelijk geen aanleiding is geweest om haar sollicitatieactiviteiten te gaan intensiveren”.
Alle tekortkomingen worden mevrouw verweten. Het gaat bovendien om meerdere tekortkomingen. Het hof vindt zelfs geen reden meer aanwezig om mevrouw alsnog de kans te geven een nader onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid te doen, zoals -nota bene- nog door de bewindvoerder is geadviseerd.
Het hof beslist dat het vonnis van de rechtbank in stand blijft: een beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei.
Noot
Op iemand met veel en/of “problematische” schulden kan de wettelijke schuldsaneringsregeling door de rechter van toepassing worden verklaard. Het betekent dat er gedurende een periode van drie jaar zoveel mogelijk moet worden gespaard op een zogenaamde boedelrekening. Een bewindvoerder controleert of de saniet zich houdt aan de verplichtingen van de wet. Wat zijn dan die verplichtingen? De saniet mag geen nieuwe schulden maken. De saniet moet zijn best doen om zijn baan te behouden. Als hij geen werk heeft moet hij verplicht solliciteren. Ook moet de saniet de bewindvoerder informeren over wijzigingen in zijn situatie. Als het goed gaat, kunnen na afloop van de drie jaar de schuldeisers (gedeeltelijk) worden terugbetaald en ontvangt de saniet een zogenaamde “schone lei” . De schuldeisers kunnen de schuld dan niet meer opeisen.
De uitspraak maakt duidelijk dat niet lichtvaardig moet worden gedacht over de verplichtingen die de wet verbindt aan deelname aan de wettelijke schuldsaneringsregeling. Ook de sollicitatieplicht moet goed worden nagekomen.
De schone lei krijg je niet vanzelf!
Gerechtshof Den Bosch, 1 oktober 2015