Je hebt het als werkgever wel erg bont gemaakt als de kantonrechter je veroordeelt bovenop de transitievergoeding van € 9.342,96 bruto ook nog eens een billijke vergoeding van € 138.729,32 bruto aan een werknemer te betalen. Dit volgt uit een uitspraak van 11 oktober 2021 van de rechtbank Amsterdam.
Wat is er gebeurd?
Een werkneemster is sinds 1 september 2017 in dienst bij een Amerikaans bedrijf als manager boekhouding. Vanaf medio augustus 2019 heeft zij zich meerdere malen ziek gemeld. In maart 2020 heeft binnen de onderneming een reorganisatie plaatsgevonden, waarbij volgens werkgever ook de arbeidsplaats van werkneemster was komen te vervallen. Dat is haar in eerste instantie niet medegedeeld, omdat zij ziek was.
In mei 2020 gaat werkneemster met zwangerschapsverlof. Tegen het einde van haar verlof geeft zij aan lichamelijke klachten te hebben als gevolg van de bevalling. Met haar leidinggevende spreekt zij over een re-integratieplan. Aansluitend aan het zwangerschapsverlof neemt werkneemster verlof op. Tegen het einde daarvan geeft werkneemster per e-mail bij aan haar leidinggevende aan dat zij zich voorbereidt op de start van haar re-integratie.
In september 2020 dient werkgever een ontslagaanvraag bij UWV in. Kort daarop wordt werkneemster medegedeeld dat zij wordt ontslagen. Werkneemster is het daarmee niet eens en geeft aan dat zij ziek is. Werkgever verwijt werkneemster per e-mail dat zij de ziekte misbruikt om onder de ontslagaanvraag uit te komen.
Wat daarop volgt is een jaar lang gedoe tussen partijen. De arbo-arts is van oordeel dat er sprake is van een arbeidsconflict, maar acht de werkneemster ziek. De arbo-arts adviseert mediation. Dit traject wordt ook in gang gezet. Werkneemster heeft de mediation sessies bijgewoond via een digitale verbinding. Dit wordt werkneemster op enig moment kwalijk genomen en zij ontvangt van werkgever een officiële waarschuwing. Nog tijdens de mediation vraagt werkgever weer een ontslagvergunning aan bij het UWV om die vervolgens later (op aanraden van UWV) weer in te trekken.
Wat vordert werkneemster?
Werkneemster dient zelf een verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter in. Daarbij vordert zij een billijke vergoeding van € 138.729,32 en de transitievergoeding van € 9.156,22. Volgens werkneemster heeft werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld.
Wat vindt de kantonrechter?
De verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen. De kantonrechter kent de billijke vergoeding volledig toe, en wel vanwege de volgende omstandigheden:
- Ondanks opzegverbod toch tweemaal een ontslagaanvraag indienen bij UWV;
- Onzorgvuldige en intimiderende e-mailberichten van werkgever aan werkneemster;
- Onvoldoende voortvarendheid bij het opstarten van mediation;
- Onterechte officiële waarschuwing;
- Onnodig verder laten escaleren.
Noot
De kantonrechter kan naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toekennen indien de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
Gezien de feiten van de zaak kan ik het oordeel van de kantonrechter wel volgen. Deze werkgever heeft onzorgvuldig gehandeld. Misschien was deze werkgever ervan overtuigd dat deze werkneemster niet ziek was of was er sprake van irritatie over het feit dat de werkneemster zich vanaf 2019 vaak heeft ziekgemeld en dit de bedrijfsvoering raakte. Dit neemt echter niet weg dat je je als werkgever altijd zorgvuldig moet opstellen naar een werknemer. Ik begeleid als advocaat regelmatig soortgelijk kwesties en geef mijn cliënten altijd mee: formuleer het altijd netjes en met respect, want doe je dat niet dan sta je er als werkgever niet zo mooi op. Bovendien moet je als werkgever de aanwijzingen van de arbo-arts opvolgen. Ben je het daarmee niet eens, dan vragen we een deskundigenoordeel aan bij UWV.
De aaneenschakeling van ernstig verwijtbare handelingen van deze werkgever heeft er kennelijk toe geleid dat de kantonrechter de hoge billijke vergoeding toewees. Daarbij is uitgegaan van de aanname dat werkneemster twee jaar lang geen ander werk zal hebben. Ook is een bedrag van € 40.000,- aan immateriële schade toegekend. Misschien terecht, maar gezien de goede arbeidsmarkt kun je hier wel wat van vinden. Ik heb ook wel vraagtekens bij de wijze van berekening van de billijke vergoeding. Mogelijk volgt er nog een hoger beroep. Feit is dat het een kostbare les is voor deze werkgever.
Dit bericht is opgesteld door advocaat Dieke Talsma van WET Advocaten & Mediators. Bel of mail mij gerust, [email protected]. Voor als je dit soort situaties wilt voorkomen!